Matteüs 1

1. De menselijke geslachtslijn van Christus.

De eerste 17 verzen laten het verband zien tussen Christus en David en Abraham.
De verzen 18 tot 25 laten het verband zien tussen Christus en God.

Het eerste vers is ook een thema voor het hele boek. Dit boek laat zien hoe Christus verwant is aan David en aan Abraham.
Daarom word er ook wel geschreven dat dit boek het evangelie specifiek voor de Joden was.

In Lukas 3 is er ook een geslachtsregister, maar die gaat naar Adam.
Dat boek is dan ook geschreven meer voor de Heidenen om het verband te zien met de eerste mens.
Voor de Joden waren David en Abraham erg belangrijk, daarom het verband met hen.

Mat 1:1 Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS, den Zoon van David, den zoon van Abraham.

Jezus:

2424 Ie’sous, m

Jezus =" Jehova is redding"

 

Vergelijk: Matt. 1: 21

 

Christus:

5547 Chris’tos, bn

Christus =" gezalfde"

1) Christus was de Messias, de Zoon van God

2) gezalfde


Christus is de gezalfde van God.
    -Jes. 42: 1- 4
    -Handl. 4: 26

Messias is de Hebreeuwse term voor Christus ook wel gebruikt in het nieuwe Testament.
    -Joh. 1: 41
    -Joh. 4: 25

Er word hier gesproken over "des geslachts". Dit laat ons zien dat Mattheus aan wil tonen de menselijke geslachtslijn van Christus.

Zoon van David:

Dat Christus de Zoon van David genoemd word laat zien dat David een voorvader was van Christus. Maar niet alleen een voorvader, ook door wie Christus de beloften heeft gekregen van God de Vader.

2 Sam. 7: 12- 16
    -Jes. 9: 6
   
-Jer. 23: 5
   
-Ez. 34: 23


God had Zijn beloften gedaan aan David, beloften die spraken van een eeuwig koninkrijk
    -Zie ook Daniel 2: 44

Christus is de grote koning van het tweede verbond.
Christenen ziijn overgebracht in het Koninkrijk van Christus.
    -Handl. 2: 29- 36
    -Koll. 1: 18

Christus zit aan de rechterhand van God regerende over het koninkrijk.
Christus zal dit koninkrijk weer teruggeven aan de Vader.
    -1 Kor. 15: 24

Zoon van Abraham:

Hier zien we dat er ook een verband word gemaakt met Abraham.


In Gen. 12: 1-3 word een belofte gemaakt dat door Abraham al de families in de wereld zouden gezegend worden.
    -Gen. 18: 18; 22: 18
    -Gal. 3: 16, 29

Christus, het zaad van de aardsvader Abraham en de Zoon van de grote David.

Over de genealogie:
Voor de Joden was een genealogie belangrijk.
    -1 Tim. 1: 4

Het verbond Christus met de aardsvaderen die voor hen zo belangrijk waren.

Mat 1:2 Abraham gewon Izak, en Izak gewon Jakob, en Jakob gewon Juda, en zijn broeders;

Izaak was een belangrijk persoon voor een aantal redenen:

    A. Hij was zoon van Abraham, volgens het Oude verbond ging de lijn via hem verder.
        -Gen. 26: 3- 4

    B. Ook zijn geboorte was een wonder. (Zoals de geboorte van Christus)

    Bij zijn geboorte waren zijn ouders ook over het punt van een menselijke conceptie.
        -Rom. 4: 19
        -Hebr. 11: 11- 12

    C. De offerande die Abraham door Hem aan God gaf was typerend voor de offerande die Christus gaf aan het kruis.
        -Hebr. 11: 17

Jacob was de laatste door wie de Abraham beloften zijn gemaakt.
    -Gen. 28: 13- 14

Zijn zonen waren de vaders van de twaalf stammen van Israel.
Van hen word Juda speciek genoemd.

De Here Jezus was uit de stam van Juda.
    -Gen. 49: 10; Hebr. 7: 14

Mat 1:3 En Juda gewon Fares en Zara bij Thamar; en Fares gewon Esrom, en Esrom gewon Aram;

Het is interessant dat hier een moeder genoemd word.

In dit gehele geslachtsregister worden een aantal moeders genoemd.
Van vele was de reputatie niet hoog.

Zo komen we Thamars verhaal tegen in Gen. 38.

Fares en Zara werden geboren door incest.

In een traditionele geslachtsregister zou dit een schaamte zijn, maar in een evangelie waar liefde voor zondaren centraal staat is het geen verrassing om ook deze dingen te vinden.

Jezus verdedigde altijd de "verkeerde mensen". Kijk naar de verhalen van Jezus en je vind dat hij goed sprak over de mensen met een slechte reputatie en dat hij tegen hen sprak die dachten goed te zijn.

Thamar helpt ons eraan te herinneren dat Jezus kwam om zondaren tot bekering te roepen.
(Mattheus 9: 13)

Mat 1:4 En Aram gewon Aminadab, en Aminadab gewon Nahasson, en Nahasson gewon Salmon;

Mat 1:5 En Salmon gewon Booz bij Rachab, en Booz gewon Obed bij Ruth, en Obed gewon Jessai;

Rachab was een Kanaanitische prostitueé die behouden werd vanwege haar geloof en haar werken. (Hebr. 11: 31; Jac. 2: 25, 26)

Het verhaal van Rachab word gevonden in Jozua 2: 1- 24.

Rachab is een andere "schande" in deze geslachtslijn.


Van de drie vrouwen die genoemd worden in vers 3- 6 is Ruth de enige zonder een dubieus leven.
Ruth was in vele opzichten een wonderbaarlijke vrouw, een vrouw Gods.

Ruth was een Moabitische.
Hun verleden werd wel gekenmerkt door incest. (Gen. 19: 30- 37)

Ze was een gedeelte van een volk dat: "Geen Ammoniet, noch Moabiet zal in de vergadering des HEEREN komen; zelfs hun tiende geslacht zal in de vergadering des HEEREN niet komen tot in eeuwigheid", Deut. 23: 3

Mat 1:6 En Jessai gewon David, den koning; en David, den koning, gewon Salomon bij degene, die Uria's vrouw was geweest;

Vele goede dingen zouden van David gezegd kunnen worden, maar Mattheus verhaald hier het tragische verhaal van zijn overspel met Batsheba, de vrouw van Uria.

Dit geslachtsregister is dan ook niet een beeld van helden en grote mensen, maar een gallerij van schandalen.
Met de mogelijke uitzondering van Batsheba, de vrouwen die genoemd worden zijn Heidenen – een feit dat voorafgaat aan een zaligheid die ook de Heidenen ten deel zou vallen.

Hij, in welke de Heidenen zouden hopen, (12: 21) had het bloed van Heidenen in Zijn aderen.

Mat 1:7 En Salomon gewon Roboam, en Roboam gewon Abia, en Abia gewon Asa;

Mat 1:8 En Asa gewon Josafat, en Josafat gewon Joram, en Joram gewon Ozias;

Mat 1:9 En Ozias gewon Joatham, en Joatham gewon Achaz, en Achaz gewon Ezekias;

Mat 1:10 En Ezekias gewon Manasse, en Manasse gewon Amon, en Amon gewon Josias;

Mat 1:11 En Josias gewon Jechonias, en zijn broeders, omtrent de Babylonische overvoering.

Als we de geslachtsregisters van Mattheus gaan vergelijken met de geslachtsregisters uit 1 Kronieken 3: 5- 16 en degene in het boek van Koningen zien we dat vier namen er niet tussen staan.

Tussen Joram en Ozias zien we Ahazia, Joas en Amazia (1 Kron. 3: 11- 12)
Zo zien we dan dat deze geslachtsregisters niet per defenitie van zoon tot zoon is. Meer van belangrijke persoon tot de volgende belangrijke persoon wat wel een zoon was, maar soms vier generaties.

Vergelijk ook twee andere schriftplaatsen in deze vergelijking:
    -1 Kron. 15: 30
    -2 Kron. 26: 1

De periode van Salomo tot Jechonias was een tijd die gekenmerkt werd door geestelijke en politieke verslechtering. Uitgezonderd voor zes van de koningen die genoemd in 7- 11 waren ze allemaal slechte koningen.

Van de laatste koning van Juda, Jechonias, is het opmerkelijk dat er van hem gezegd word dan geen kind van hem op de troon van David zou regeren. (Jer. 22: 30) Hij had kinderen (1 Kron. 3: 17) maar de troon was voor hen gesloten. Zo ging na hem de troon naar een andere tak van de familie van David.

Mat 1:12 En na de Babylonische overvoering gewon Jechonias Salathiel, en Salathiel gewon Zorobabel;

Mat 1:13 En Zorobabel gewon Abiud, en Abiud gewon Eljakim, en Eljakim gewon Azor;

Mat 1:14 En Azor gewon Sadok, en Sadok gewon Achim, en Achim gewon Elihud;

Mat 1:15 En Elihud gewon Eleazar, en Eleazar gewon Matthan, en Matthan gewon Jakob;

Met de laatste namen die hier genoemd worden zien we een tijdsperiode van ongeveer 600 jaar. Het is de tijd tussen de twee testamenten.

De Joden waren heel specifiek met hun geslachtsregisters ( 1 Tim. 1: 4; Titus 3: 9)

Overal werd Christus dan ook gekend en herkend als de Zoon van David. (Matt. 21: 9; Markus 11: 10)

Mat 1:16 En Jakob gewon Jozef, den man van Maria, uit welke geboren is JEZUS, gezegd Christus.

Hier vinden we dan de grote Jezus, Zijn naam betekent Redder.

Jezus werd gekend als de zoon van Jozef. (Joh. 6: 42)

David werd een letterlijke zoon op zijn troon beloofd (2 Sam. 7: 12)

Dit werd ook zo door de Apostelen geleerd (Handl. 2: 30; 13: 23)

De grote Christus werd op deze troon gezet door Zijn Vader. (Fill. 2: 9- 11)
Christus regeert op de troon van David, dit vanaf het moment dat Hij uit de dood is opgestaan.
(Matt. 28: 18- 20; Handl. 2: 29- 35; Fill. 2: 9- 11)

Mat 1:17 Al de geslachten dan, van Abraham tot David, zijn veertien geslachten; en van David tot de Babylonische overvoering, zijn veertien geslachten; en van de Babylonische overvoering tot Christus, zijn veertien geslachten.

We zien in deze nummers dat veertien niet letterlijk gelezen moet worden.
Er worden veel namen gemist. Maar deze genealogie is dan ook meer een genealogie van belangrijke mensen en niet persé van vader op zoon.

2. Zijn goddelijke geslachtslijn. (18- 25)

Mat 1:18 De geboorte van Jezus Christus was nu aldus; want als Maria, zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest.

Maria werd zwanger toen zij nog in ondertrouw was met Jozef.
Onder het oude testament was het zo dat als een ondertrouwde vrouw met een andere man gevonden werd, dit was een grond voor de steniging van beide. (Deut. 22: 23- 24)

Hier lezen we dan ook wat we accepteren door het geloof, namelijk de Goddelijke conceptie van Jezus.
Menselijk gezien zou dit onmogelijk zijn, maar zoals we weten is met God alles mogelijk.

Mat 1:19 Jozef nu, haar man, alzo hij rechtvaardig was, en haar niet wilde openbaarlijk te schande maken, was van wil haar heimelijk te verlaten.

We zien in Jozef een rechtgeschapen mens. Een goed mens, die Maria niet ten schande zou willen maken.
Jozef was de juiste man op de juiste plaats. Zien we hier de voorzienigheid van God??

Normaal gesproken was het een schande als een ongetrouwde vrouw zwanger was.

Maar waarom wilde hij haar verlaten:

1. Ze was zwanger, in ondertrouw, maar nog niet getrouwd.

Ondertrouw was in het oude testament eigenlijk gelijk aan getrouwd zijn. (Zie volgende vers)

Over ondertrouwd zijn:
    -Ex. 22: 16, 17
    -Deut. 20: 7
    -Deut. 22: 23- 28
    -2 Sam. 3: 14

De Bijbel leerde dat een persoon zoals deze gestenigd zou moeten worden.
    -Deut. 22: 22- 27

Mat 1:20 En alzo hij deze dingen in den zin had, ziet, de engel des Heeren verscheen hem in den droom, zeggende: Jozef, gij zone Davids! wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen Geest;

Hier zien we dat ondertrouw eigenlijk gelijk was aan getrouwd zijn, alhoewel twee mensen in ogen van de wet niet getrouwd waren, was het voor henzelf al een verbintenis in de on-officieële zin.
We zien dat aan het feit dat Maria "uw vrouw" genoemd word.

Engelen speelden een hele belangrijke rol in de tijd van Christus.
Vele boodschappers waren engelen.

Jozef kreeg twee andere keren boodschappen van engelen.
    -Matt. 2: 13
    -Matt. 2: 19, 20

We zien in dit vers ook het verband met David.

Mat 1:21 En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

De namen door God gegeven zaten altijd vol met betekenis en zo ook de naam van Jezus We lezen dan ook dat Jezus Zijn volk zalig zou maken van hun zonden.

En dit is dan onze Redder, onze Christus. Hij kwam om ons van onze zonden te redden.
    -Joh. 3: 16
    -Gal. 3: 26- 29
    -Efeze 1: 3- 7

2424 Ie’sous, m

Jezus =" Jehova is redding"

We lezen hier dat Hij ons kwam redden van onze zonden.
Het woord zonde zoals in het nieuwe testament gebruikt heeft een bijzondere betekenis.


266 hamar’tia,

1) gelijk aan 264

1a) zonder aandeel zijn in

1b) het doel missen

1c) dwalen, zich vergissen

1d) afdwalen van het pad van oprechtheid en eer, verkeerde dingen doen of een verkeerde weg gaan

1e) afdwalen van de wet van God, Gods wet schenden, zondigen

2) dat wat verkeerd gedaan is, zonde, overtreding, schending van de goddelijke wet in gedacht of in daad

3) collectief, het geheel van zonden bedreven door een enkele persoon of door velen

De basisgedachte van het woord zonde is: Het doel missen.
    -Vergelijk dit met Romeinen 3: 23; 6: 23

Mat 1:22 En dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden, hetgeen van den Heere gesproken is, door den profeet, zeggende:

Er word ongeveer 42 keer een aanhaling gemaakt naar het oude testament in het boek van Mattheus.
(Een andere indicatie dat dit boek voor de Joden geschreven is)

Als we kijken naar dit alles zien we dat God veel dingen had laten profeteren door de profeten van het oude verbond.
    -Vergelijk 1 Petrus 1: 10- 12

Mat 1:23 Ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Emmanuel; hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.

Hier zien we dan de climax van de geboorte van Jezus.

Het was een maagdelijke geboorte. (een wonder van God zelf)

De geboorte van Emmanuel was geprofeteerd door Jesaja.
    -Jesaja 7: 14

Christus de Zoon van God. Redder van het volk.
    -Joh. 12: 41
    -Joh. 5: 39
    -1 Tim. 3: 16

Mat 1:24 Jozef dan, opgewekt zijnde van den slaap, deed, gelijk de engel des Heeren hem bevolen had, en heeft zijn vrouw tot zich genomen;

In Jozef zien we een man Gods. Toen hij ontwaakte van Zijn slaap, deed hij hetgeen hem verteld was.

Mat 1:25 En bekende haar niet, totdat zij dezen haar eerstgeboren Zoon gebaard had; en heette Zijn naam JEZUS.

We zien dat Jozef geen gemeenschap had met Maria totdat Christus geboren was.
    -Mattheus 13: 55

De naam Jezus:
    -Mattheus 1: 16
    -Lukas 2: 21

Copyright © 2019 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by BinR
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX

 

Naar boven